Afgelopen maandag tekende de Nederlandse minister van Ontwikkelingssamenwerking Bert Koenders en zijn Afghaanse ambtgenoot Mohammad Hanif Atmar een “Memorandum of Understanding” gericht op de uitvoering van een groot onderwijsprogramma in Uruzgan.
De Afghaanse regering ontvangt de komende drie jaar tien miljoen euro ter verbetering van het onderwijs in de provincie Uruzgan.
Atmar, die een bezoek aan Nederland bracht, noemde het een “historische gebeurtenis” en is de Nederlandse overheid zeer dankbaar. “Dankzij de stabiliteit en veiligheid die de Nederlandse militairen bieden kan de wederopbouw, bijvoorbeeld in de vorm van scholing, plaatsvinden.”
Niet eerder is er in de Afghaanse geschiedenis zoveel geld geïnvesteerd in het onderwijs. Van de ruim tien miljoen euro worden scholen gebouwd en leraren aangetrokken en opgeleid. Verder moeten er boeken en ander lesmateriaal komen.
Onder het bewind van de in 2001 afgezette Taliban konden er in Afghanistan volgens Atmar slechts 900 duizend leerlingen naar school, ondertussen zijn dat er zes miljoen geworden. Voor meisjes was onderwijs verboden en vrouwelijke leerkrachten mochten geen lesgeven.
Momenteel worden er ook cursussen gegeven aan het Provincial Reconstruction Team in Kamp Holland bij Tarin Kowt. Maar de cursussen bij de militaire basis zijn bedoeld voor volwassenen.
Weerstand
De Taliban voeren aanvallen op scholen uit omdat ze tegen de visie van de huidige Afghaanse regering zijn. De Afghaanse regering ziet in onderwijs de sleutel naar een betere toekomst voor haar volk, daarom wordt de Nederlandse hulp als een “enorme stap voorwaarts” beschouwd.
Maar in Afghanistan lopen leraren de kans om vermoord te worden, scholen kunnen aangevallen worden en in brand worden gestoken en kinderen die naar school gaan kunnen geïntimideerd worden, vooral in het zuiden van het land, blijkt uit rapporten van de Verenigde Naties.
Atmar had verder nog ontmoetingen met onder anderen minister van Landbouw Gerda Verburg (CDA) en minister van Onderwijs Ronald Plasterk (PvdA). Ook sprak hij met de vaste Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken.
Niet alleen nu is de Taliban gekant tegen het onderwijsprogramma dat de Afghaanse regering met behulp van buitenlandse steun in wil voeren.
Ook in de jaren zeventig toen Afghanistan een progressieve regering had vond een alfabetiseringscampagne weerstand van de Pathaanse bevolkingsgroep, waaruit de Taliban de meeste volgelingen trekt.