maandag 17 november 2008
Aanval op schoolmeisjes Afghanistan veroorzaakt angst, gewond meisje overgebracht naar Kabul
Bij de aanval van vorige week in de zuidelijke stad Kandahar op een groep meisjes die naar school wandelden liepen drie scholieres ernstige brandwonden op aan gelaat, nek en handen.
Een van de slachtoffers is overgebracht naar het militaire ziekenhuis van de hoofdstad Kabul en is mogelijk voor altijd blind.
Ze werden aangevallen door twee mannen op een motorfiets. Eerder werd gemeld dat deze aanvallers de meisjes met een giftige vloeistof uit een waterpistool besproeiden. Een meisje zegt nu dat de vloeistof in een fles zat.
Shamsia, het meisje dat het ernstigst gewond raakte, vertelde zaterdag in het ziekenhuis in Kabul aan het persbureau Reuters dat ze wel vastbesloten is om naar school terug te gaan, “ook als dat zou betekenen dat ik de dood riskeer”, zo vertelde ze.
Ze is 17 jaar oud. Ze vertelde “dat ze door het volgen van onderwijs graag haar land op wil bouwen”.
Het medische team dat haar behandelt zal kijken of het nodig is om haar naar India te sturen voor verdere behandeling.
De zender Al Jazeera meldde dat meisjes goed te herkennen zijn aan hun schooluniforms met een witte blouse, zwarte broek, zwart jasje en hoofddoek.
De meisjes die het zwaarst gewond raakten droegen geen burka. Meisjes die de burka droegen vonden daardoor meer bescherming aan het gelaat.
Angst
Lessen aan meisjes zijn nu opgeschort aan de Nazo Ana middelbare school in de stad. De meeste kinderen en docenten hebben besloten om thuis te blijven na het voorval met de giftige vloeistof.
De aanvallen op meisjesstudenten zijn de afgelopen maanden toegenomen en de angst zit er goed in bij de studentes en de ouders, aldus media in Afghanistan.
Nog niemand heeft de verantwoordelijkheid opgeëist voor de aanval.
Onder het mom van een strikte interpretatie van de Islam verbanden de Taliban tijdens hun bewind van 1996 tot 2001 meisjes van scholen. De Taliban hebben echter elke betrokkenheid ontkend en de aanval afgekeurd.
De onderwijsautoriteiten in Afghanistan zeggen dat ze zich voor een zeer moeilijke opgave geplaatst zien om ouders ervan te overtuigen dat ze hun dochters toch naar school moeten laten gaan.
Zie ook
Schoolmeisjes in Kandahar aangevallen met bijtende vloeistof
donderdag 13 november 2008
Schoolmeisjes in Kandahar aangevallen met bijtende vloeistof
De aanvallers spoten de giftige en branderige stof in de gezichten van zeker vijftien meisjes in de buurt van een school in Kandahar, aldus de Afghaanse autoriteiten.
Artsen vertelden dat de 6 meisjes burka’s droegen die nog min of meer hun gezichten hebben beschermd. Foto’s tonen ernstige verwondingen aan het gezicht van een van de meisjes.
Tijdens het bewind van de Taliban mochten meisjes niet naar school gaan. De groepering wordt verdacht van de aanval.
De aanval vond plaats vlak nadat er een aanval was uitgevoerd op het provinciehuis van Kandahar waarbij zes mensen om het leven kwamen en er meer dan 40 gewonden vielen.
Het persbureau AFP meldde dat woordvoerder Hamed Elmi van het ministerie van Onderwijs vertelde dat de aanval plaatsvond buiten de “Mirwais Nika Girls High School”.
De meisje vertelden dat er twee mannen op een motorfiets naast ze halt hielden. “Een van hen gooide giftige stof in het gezicht van mijn zusje,” zo citeerde AFP de 16-jarige Atefa.
De meisjes schreeuwden en mensen arriveerden om te kijken wat er aan de hand was. Daarna ontsnapten de twee aanvallers.
Atefa verklaarde dat ze niet wist waarom iemand haar en de anderen zou hebben willen aanvallen.
De aanval op de meisjes wordt door de Afghaanse regering toegeschreven aan “de vijanden van het onderwijs aan meisjes”.
De NAVO en de Afghaanse regering spraken hun afschuw uit “over deze laffe daad”. De Taliban hebben ontkend dat ze achter deze gebeurtenis schuilgaan.
De NAVO en de regering spreken in dit soort gevallen natuurlijk altijd hun weerzin uit over dit soort aanvallen, maar ze slagen er niet in om veiligheid in het land te garanderen.
De commandant van de International Security Assistance Force (ISAF), de Amerikaanse generaal David McKiernan, zei over de aanslagen: “Alleen de meest gruwelijke mensen zijn in staat om dit soort daden uit te voeren. Dit soort daden tonen aan hoe beschamend de opstandelingen in werkelijkheid zijn.”
Het zijn weer dezelfde soort woordjes van deze generaal McKiernan die ondertussen iedereen wel kent, maar hij slaagt er niet in om met zijn NAVO voor veiligheid in het land te zorgen. Het is er nu al langer dan 7 jaar oorlog.
De Amerikaanse generaal noemde de opstandelingen niet alleen “laf” maar ook “leugenaars”. Ze “proberen angst en paniek te zaaien omdat ze niet kunnen concurreren met hoop. Maar ze zullen niet winnen. Dat zullen de sterke en trotse mensen van Afghanistan niet toelaten.”
Het is opvallend hoe beide partijen elkaar leugenaars noemen. De Taliban die liegen, en de buitenlandse troepen die leugens vertellen over burgerslachtoffers die ze maken, zoals bij de aanval op Azizabad.
Ferme taal dus van McKiernan, maar volgens velen moeten McKiernan en de NAVO eens met daden komen in plaats van met praatjes, en dat is zorgen voor vrede en veiligheid in het land.
De meisjes verklaarden na de aanslag "dat ze graag naar school willen om te leren, en dat de regering ze moet beschermen".
De burgers zitten intussen tussen twee vuren. Afghanistan is jaar in jaar uit onveiliger geworden en een verbetering van de veiligheidssituatie is volgens deskundigen niet in zicht.
Commandanten vragen om meer soldaten van de NAVO-landen maar die zijn niet bereid om die naar het Aziatische land dat al 30 jaar door oorlog en burgeroorlog wordt geteisterd te sturen.
De Verenigde Naties hebben eerder dit jaar gezegd dat de Afghaanse burgers dan ook "wanhopig" zijn.
Afghanistan wordt geteisterd door terreur tegen scholen, docenten en kinderen die naar school gaan. De Verenigde Naties hebben dit jaar verteld dat de situatie voor het onderwijs steeds gevaarlijker wordt.
Zie ook
6 doden bij aanslag met tankauto op overheidsgebouwen in Kandahar
Gewelddadigheden ramp voor kinderen en onderwijs in Afghanistan
donderdag 18 september 2008
Gewelddadigheden ramp voor kinderen en onderwijs in Afghanistan
De directeur van de UNESCO voor Afghanistan, Shigeru Aoyagi, heeft gemeld dat er in het zuiden en het westen van Afghanistan door de gewelddadigheden ongeveer 70 procent van de kinderen niet meer naar school gaat.
Door aanvallen op scholen is er een tekort ontstaan aan leerkrachten en schoolgebouwen. Het ministerie van Onderwijs zegt dat er sinds oktober 2007 ongeveer 250 leerlingen en docenten zijn gedood.
In totaal hebben ongeveer 640 scholen hun deuren moeten sluiten.
De VN verklaarden dat er de afgelopen drie jaar meer dan 230 leerlingen en leraren werden vermoord en er in deze periode ongeveer 250 scholen werden aangevallen door militanten.
UNICEF en de UNESCO (UN Educational, Scientific and Cultural Organization) zien graag dat kinderen, leerkrachten, scholen en alfabetiseringscentra in Afghanistan worden beschermd tegen alle vormen van geweld.
Er moeten ook inentingscampagnes uitgevoerd kunnen worden en studenten, docenten en scholen moeten gevrijwaard blijven van geweld.
Afgelopen zondag werden nog twee artsen en hun chauffeur die voor de Verenigde Naties aan een inentingscampagne meewerkten vermoord bij een zelfmoordaanslag in de zuidoostelijke stad Spin Boldak. Het ging om drie Afghaanse medewerkers van de VN.
woensdag 30 juli 2008
Honderduizenden schoolkinderen in Afghanistan krijgen geen aanvullende voeding meer
Het gaat voornamelijk om scholieren in het zuiden van Afghanistan. Zij hebben de afgelopen 4 maanden geen voedsel gekregen in het kader van het “voedsel-voor-onderwijsprogramma”.
Hierdoor moeten ze werken om brood te verdienen voor het huishouden in plaats van dat ze naar school kunnen.
De oorzaak van deze schrijnende situatie zijn de herhaaldelijke aanvallen op voedselkonvooien en de onveiligheid, zo meldt IRIN, het kantoor van de VN voor de coördinatie van humanitaire hulp.
Het gaat om plantaardige olie en voedzame biscuits die de kinderen niet meer ontvangen.
“Voedsel-voor-onderwijs”
De bedoeling van het “voedsel-voor-onderwijsprogramma” is het onderwijs te promoten en te verzekeren dat kinderen, in het bijzonder meisjes, toegang hebben tot regulier onderwijs.
Het Wereldvoedselprogramma heeft elke maand aan 450.000 meisjes 4,5 kilo bakolie gegeven, en een biscuit met een hoge voedingswaarde aan 1,5 miljoen schoolkinderen in gebieden met een hoge voedselonveiligheid.
De afdeling onderwijs in de provincie Ghor in het centrale deel van westelijk Afghanistan heeft gezegd dat van de 150.000 leerlingen er 80.000 profiteerden van het onderwijsvoedselprogramma, maar dat er sinds maart 2008 geen hulp meer is afgeleverd.
Het plaatsvervangend hoofd van de afdeling onderwijs van de provincie, Eid Gul Azem, zei dat het oponthoud in het voedselproject en de hoge voedselprijzen schoolverzuim hebben veroorzaakt.
Hij zei: “De laatste tijd verschijnt 5 procent van de leerlingen niet meer regelmatig op school. De meeste van de kinderen die wegblijven behoren tot de allerarmste families. Ze moeten werken om te helpen hun familie te voeden.”
Een moeder van drie kinderen, Bibi Gul (55) uit de provinciehoofdstad Chaghcharan vertelde: “Voorheen brachten mijn kinderen graan en bakolie mee naar huis, maar dit jaar is er niets. Daarom werken mijn kinderen nu om een stuk brood te verdienen voor ons in plaats van dat ze naar school gaan.”
Een woordvoerder van de WFP vertelde aan IRIN dat er geen plantaardige olie en biscuits zijn uitgedeeld aan 300.000 leerlingen in de zuidelijke provincies vanwege de aanvallen op voedseltransporten en de onveilige situatie.
Ondertussen zijn honderden scholen, voornamelijk in de gewelddadige zuidelijke provincies, gesloten vanwege aanvallen. Hierdoor ontvangen duizenden schoolkinderen geen onderwijs en aanvullende voeding.
De noodzaak van het voedselprogramma voor de scholen is de laatste paar maanden juist toegenomen door de stijging van de voedselprijzen en de droogte die Afghanistan treffen. Hierdoor zijn miljoenen mensen in risicocategoerie “hoge-voedselonveiligheid” terechtgekomen.
Het WFP heeft om middelen gevraagd om 4,5 miljoen mensen in deze categorie van voedsel te voorzien, als aanvulling op het al bestaande programma. Vorig jaar behoorden er nog 2,5 miljoen mensen tot de groep die te maken heeft met een hoge voedselonveiligheid.
Zie ook
“Afghanistan gruwelijkste land op de wereld voor kinderen”: Aanhoudend geweld eist zware tol van kinderen in Afghanistan
donderdag 26 juni 2008
Scholen gesloten in Zabul vanwege geweldsdreiging
De BBC meldde woensdag op gezag van het Afghaanse ministerie van Onderwijs dat ongeveer 35.000 jongens en meisjes lessen missen.
Leerlingen en leraren zeggen dat ze zijn gewaarschuwd door opstandelingen en andere gewapende groepen om niet naar school te gaan.
Minister van Onderwijs Mohammad Hanif Atmar spoorde de bevolking aan om samen te werken met de regering om de veiligheid te verbeteren.
Het Afghaanse ministerie van Onderwijs zei eerder dit jaar dat het aantal leraren en leerlingen dat door aanvallen van opstandelingen worden gedood toeneemt.
De Taliban willen volgens het ministerie dat scholen hun deuren sluiten en dat jongens zich aansluiten bij de islamistische militie van de rebellen.
Volgens de Afghaanse regering proberen de Taliban de opbloei van het onderwijs te frustreren. Ze zijn ook tegen onderwijs voor meisjes.
In het zuiden en het oosten zijn al honderden scholen aangevallen door opstandelingen. De Afghaanse regering en haar bondgenoten zijn niet in staat om te zorgen voor een structurele verbetering van de veiligheidssituatie in het land.
vrijdag 23 mei 2008
Kind gedood bij raketaanval op school in Kunar
Dat maakte de plaatsvervangend chef van de politie, Abdul Sabor Allayer, bekend. De granaat kwam neer op het plein van de school.
De school werd geraakt in een kruisvuur van de Taliban en de International Security Assistance Force. De opstandelingen vielen twee bases aan van de ISAF, aldus een verklaring van de veiligheidsmacht.
"Drie verschillende groepen opstandelingen lanceerden de aanvallen op de ISAF-bases met zware machinegeweren en raketgranaten. De aanvallen duurden ongeveer 20 minuten,” aldus een verklaring van de ISAF.
De gewonde kinderen werden overgebracht naar een hospitaal van de ISAF in de buurt.
Onderwijssituatie
Het Afghaanse ministerie van Onderwijs zei eerder dit jaar dat het aantal leraren en leerlingen dat door aanvallen van de Taliban worden gedood groeit.
De opstandelingen willen volgens het ministerie dat scholen hun deuren sluiten en dat jongens zich aansluiten bij de islamistische militie van de opstandelingen.
Volgens de Afghaanse regering proberen de Taliban de opbloei van het onderwijs te frustreren. Ze zijn ook tegen onderwijs voor meisjes.
Volgens het agentschap UNICEF, de organisatie voor kinderen van de Verenigde Naties, vonden er vorig jaar 236 aanvallen op scholen en scholieren plaats in Afghanistan.
Eerder deze week werd bekendgemaakt dat alleen al in de zuidoostelijke provincie Ghazni momenteel 50 scholen gesloten zijn uit angst voor geweld.
donderdag 22 mei 2008
Meer dan 50 scholen gesloten in Ghazni uit angst voor geweld
De BBC meldt dat Habib Ruhman, een parlementslid uit de provincie Ghazni, zegt dat leraren en leerlingen wegblijven van de meeste scholen in 5 van de 19 districten in de provincie. Het gaat om meer dan 10.000 leerlingen.
De onderwijsautoriteiten in Ghazni zeggen dat 16 scholen dicht zijn.
De Taliban voeren aanvallen uit op scholen en ontvoeren leraren.
De opbloei van onderwijs in Afghanistan sinds de val van de Taliban wordt als een succesverhaal bestempeld bij de wederopbouw van het land.
Vorige maand maakten de Verenigde Naties bekend dat er meer kinderen dan ooit in Afghanistan onderwijs genieten, maar de helft van de Afghaanse kinderen gaat nog steeds niet naar school.
Een student uit Ghazni zegt nu tegen de BBC: “Er wordt tegen leraren gezegd: “Stop met naar school te gaan, anders wordt je onthoofd.”
Bijna zeven miljoen kinderen gaan nu naar school. Dit waren er tijdens het bewind van de Taliban maar een miljoen.
Bovendien hadden de extreem fundamentalistische islamisten meisjes en vrouwen verboden om deel te nemen aan het onderwijsproces. Die mogen nu wel onderwijs genieten.
Maar de afgelopen twee jaar worden scholen meegesleurd in de strijd tussen de regering in Kabul en de Taliban en hun bondgenoten.
De meeste gewelddadigheden tegen het onderwijs spelen zich af in het zuiden en het oosten van het land, waar ook de opstand van de Taliban het hevigst woedt.
Militanten hebben veel scholen aangevallen en in brand gestoken. Regelmatig zijn er berichten over de moord op docenten.
Volgens een student uit Ghazni zijn de problemen bij hem in de buurt begonnen in maart, aan het begin van het schooljaar in Afghanistan.
Hij vertelde aan de BBC dat vanaf dat tijdstip de scholen gesloten zijn. Leraren ontvangen dreigementen van de tegenstanders van de regering.
Daarom kunnen ze niet naar school komen en blijven de scholen gesloten. De leerling zegt: “En daarom is onze toekomst onduidelijk. We vragen de regering om ons onderwijs te geven.”
In de provincie Ghazni wordt zwaar strijd geleverd tussen aan de ene kant de Afghaanse veiligheidsdiensten en buitenlandse troepen en aan de andere kant de Taliban.
Volgens de BBC is er een gigantische honger naar kennis in Afghanistan. Sommige studenten zijn bereid om lange afstanden af te leggen om onderwijs te kunnen volgen.
Maar dreigementen van de Taliban of andere opstandelingengroeperingen en de algemene onveiligheid in sommige gebieden zorgen ervoor dat angst een hoge tol eist.
Een paar maanden geleden zei president Hamid Karzai dat er 300.000 kinderen in Afghanistan niet naar school kunnen vanwege de opstand van de Taliban.
Volgens UNICEF zijn het verder in het land vooral meisjes die niet naar school gaan. Er blijven 1,2 miljoen meisjes in de leerplichtige leeftijd thuis.
Helft van de kinderen in Afghanistan gaat niet naar school
zondag 11 mei 2008
Helft van de kinderen in Afghanistan gaat niet naar school
Het zijn vooral meisjes die niet naar school gaan. Volgens Catherine Mbengue, de directeur van het kinderfonds van de Verenigde Naties UNICEF in Afghanistan, blijven 1,2 miljoen meisjes in de leerplichtige leeftijd thuis.
Ze noemde als redenen dat meisjes niet naar school gaan dat ze moeten werken, hun familie moeten helpen of jong trouwen, culturele barrières. Ook is er een tekort aan leraressen en zijn er meer scholen die alleen voor jongens toegankelijk zijn.
Dit blijkt uit onderzoek van de hulporganisatie Care International. Slecht 35 procent van de leerlingen in Afghanistan is meisje.
Het onderwijs aan meisjes in het post-Taliban tijdperk wordt als een belangrijke graadmeter beschouwd voor het succes van Afghaanse en Westerse functionarissen.
Tijdens het bewind van de Taliban was het voor meisjes verboden om naar school te gaan, en maar ongeveer 1 miljoen jongens gingen naar school.
International Care haalde cijfers van het Afghaanse ministerie van Onderwijs aan, en zei dat er slechts 35 procent van de 5,4 miljoen Afghaanse kinderen die nu naar school gaan meisje is.
Oorzaken
De hulporganisatie zei dat meer dan een derde van de 9.062 scholen alleen voor jongens zijn bestemd, en dat 28 procent van de Afghaanse leerkrachten vrouw is, die meestal werkzaam zijn in de stedelijke gebieden.
Care haalde verder nog als oorzaken aan dat een heleboel ouders niet willen dat hun dochters onderwijs krijgen van mannelijke leerkrachten, en dat ouders hun dochters niet graag naar school sturen wanneer die ver van huis is.
Door deze situatie neemt het onderwijs aan studentes ook niet toe.
Oplossingen
Als mogelijke oplossingen voor het probleem zei Care International dat het belang van onderwijs aan meisjes met de ouders moet worden besproken, dat het onderwijs zich ook moet richten op de buurt, en dat scholen open moeten zijn voor alle studenten.
Eenvoudige stappen zoals gesprekken met dorpsshura’s, mullahs en ouders kunnen tot veranderingen leiden.
Verder kunnen veranderingen aan de school, zoals de bouw van een muur, of een verschillend lesrooster voor jongens en meisjes, bijdrage in een toename van de deelname van meisjes aan het onderwijs.
Care verzorgt in samenwerking met andere hulporganisaties onderwijs dat gericht is op de buurt aan 45.000 kinderen, waarvan tweederde bestaat uit meisjes, in afgelegen gebieden waar er geen scholen zijn van het ministerie van Onderwijs.
UNICEF, het kinderfonds van de verenigde Naties, verklaarde begin dit jaar dat er meer dan zes miljoen kinderen in Afghanistan aan het nieuwe schooljaar zouden gaan beginnen.
UNICEF steunt onderwijs
dinsdag 26 februari 2008
VN steunt meer dan 6 miljoen Afghaanse kinderen in aankomend schooljaar
UNICEF steunt onderwijs